maandag 9 mei 2016

Bloody Monday: verhaaltje voor het slapen gaan


Its bloody monday en dit betekent niet alleen dat we allemaal opstartproblemen hebben. Elke maandag schrijf ik bloederige verhalen. Gewoon, om je week vol adrenaline te beginnen.

Brutaal
Het eerste wat ik deed toen ik de zolderkamer als slaapkamer kreeg, was mijn bed onder het grote raam schuiven. Hier lig ik dan. Mijn rolluiken zijn zo ver open, dat het zicht op de hemel maximaal is. Of beter gezegd, de duizenden sterren kijken nu brutaal naar binnen. Het is stil, enkel geluid van mijn meedogenloze vriend, de wekker. Moeizaam tikt het de tijd weg. Half een.

Ik gooi de dekens van me af. Het is een zwoele warme avond en ik kan niet slapen. Vanuit mijn bed kijk ik naar buiten. Oog in oog met de volle maan. Even wordt mijn aandacht getrokken door een fonkeling. Mijn vijfentwintig jaar oude beer kijkt vanaf de vensterbank mee naar het schouwspel van de sterren. Haar ogen weerkaatsen het maanlicht. Gekregen bij mijn geboorte en ooit was het roze. 

Spelende schaduwen
Het kaarsje op mijn vensterbank dooft. Wanneer de sterren twinkelen lijkt het alsof ze me wenken. Ik word slaperig. Schaduwen spelen op mijn muren. In mijn ooghoek schuift iets over de vensterbank. Stomme kat van de buren. Ik sta op en doe het raam dicht. Het is pikkedonker en ik zie weinig met alleen het licht van de maan. Ik voel iets zachts langs mijn arm strijken. Ik schrik en deins achteruit. Snel spring ik mijn bed in en trek de dekens als zijnde een schild tot aan mijn kin. Dit voelt veiliger.

Ik hoor mijn wekker tikken. Aandachtig luister ik. Is dit mijn wekker wel? Omdat het geluid steeds sneller gaat, sta ik zuchtend op om te kijken waar het vandaan komt. Net wanneer ik concludeer dat het misschien een waterlek is, stap ik in iets warms. Uit reflex spring ik op en de warme drap aan mijn voeten spettert in het rond. Vanaf mijn bureau druppelt het op de grond. Hetgeen wat op de vensterbank zat springt op. De fonkeling van de maan in haar ogen. Ik voel nagels in mijn benen. Ik hap naar adem en duik weg, hulpeloos schoppend naar wat zich aan mijn been vastklampt.

Kraaloogjes 
De krassen zijn diep. De kat lijkt zich schuldig te voelen. Het bloed is denk ik van iets wat ze gedood heeft. Met een watje maak ik de wond schoon. De kat sluipt naar buiten. Na een poging gedaan te hebben om de rotzooi op te ruimen, ga ik in mijn bed liggen. Eindelijk, rust. Morgen tegen de buurvrouw zeggen. Langzaam knipper ik met mijn ogen totdat ze dicht vallen. Wanneer ik bijna mijn bewustzijn verlies, overschaduwt me iets. Door mijn wimpers kijk ik hoe iemand uithaalt. Het mes glinstert in het maanlicht. Ik zie iets zachts, ooit roze geweest, kraaloogjes kwaadaardig. Dan is alles zwart. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten